In toenemende mate worden grootschalige archieven toegankelijk gemaakt voor een breed publiek. Prominente voorbeelden worden gegeven door de archieven van landelijke dagbladen, nationale archieven, overheidsarchieven, archieven onder beheer van de Koninklijke Bibliotheek, televisiearchieven zoals beheerd door het Nationaal Instituut voor Beeld en Geluid en, meer algemeen, door archieven van erfgoedinstellingen.
Een archief is geen eiland. Gebeurtenissen beschreven in een nieuwsarchief krijgen een extra dimensie als zij gekoppeld worden aan beeldmateriaal. Historisch televisiemateriaal wint aan betekenis als het gekoppeld wordt aan contemporaine commentaren en nieuwsmateriaal uit de gedrukte pers. En meer specialistische of technisch georiënteerde archieven winnen aan bruikbaarheid als ze gekoppeld zijn aan achtergrondinformatie.
Onderzoek wijst uit dat eindgebruikers er bij gebaat zijn dat koppelingen tussen archieven betekenisvol zijn en bijvoorkeur langs semantische lijnen lopen, met een sterke oriëntatie op entiteiten (mensen, locaties, organisaties, artefacten, etc.), op thema’s (zoals “stadsleven,” “festiviteiten” of “consumentencultuur”) en op gebeurtenissen (zoals “Praagse lente,” “Opening van de Kanaaltunnel” of “Marathon Amsterdam”). Betekenisvolle ontsluiting van archieven komt hiermee neer op zoek-‐ en verkenningstechnologiën rondom entiteiten, thema’s en gebeurtenissen plus hun onderlinge relaties.
Gezien de omvang van de archieven die nu beschikbaar zijn of komen, zijn handmatige methoden om de gewenste koppelingen te leggen of om entiteiten, thema’s en gebeurtenissen te identificeren in archiefobjecten eenvoudig niet realistisch. Een belangrijke beweging in onderzoek op het raakvlak van zoekmachinetechnologie en taaltechnologie betreft semantisch zoeken, waarbij de gewenste koppelingen tussen archieven langs de genoemde assen automatisch worden gelegd.
[bibtex key=DIXIT:2010:rijke]